Na de ontwikkeling van de toets, de afname bij de kandidaten, de beoordeling en het toekennen van de resultaten, lijkt het eindpunt bereikt. Toch is er nog één belangrijke stap: het interpreteren van de toetsresultaten en er de juiste conclusies aan koppelen voor je onderwijs. Hoe hebben de kandidaten het gedaan? Hebben ze allemaal hoge, of veeleer lage scores? Of is er heel veel verschil tussen de kandidaten? Hebben alleen de allerbesten het goed gedaan? Was de toets misschien toch te moeilijk? Hóe moeilijk was het eigenlijk? En wat zou je als een voldoende resultaat kunnen beschouwen?
Goede toetsen kunnen heel zinvolle informatie opleveren over de studenten én over het onderwijs dat ze krijgen. Pin je nooit vast op de resultaten van één toets. Gebruik ook toetsen van anderen, en maak zelf toetsen. Door de hierboven beschreven stappen steeds opnieuw te doorlopen, door dit proces met collega’s te bespreken en door steeds ervaringen en resultaten aan elkaar te koppelen krijg je gaandeweg een juiste en zinvolle totaalkijk op de taalvaardigheid van je studenten en op je onderwijs.